Het schooljaar is weer voorbij. We staan alweer een jaartje verder in het ontwikkelingsproces, in het groeiproces. Ook hier hebben we een jaartje verder gewerkt in ons groeiproces. Voor sommigen werkten we rond alertheid. Voor deze kinderen was het belangrijk om in het hier en het nu te blijven. Zij moesten leren via hun zintuigen WAT er moest gedaan worden. Zij moesten oefenen in het gebruik van hun zintuigen om te beseffen WAAR ze waren en WELKE handelingen ze uitvoerden.
Toch is het ook belangrijk om hun eigen talent daarbij niet te verwaarlozen. Misschien zit er zelfs een toekomstige schrijver tussen, want zij speelt met fantasie. Zij kan onmiddellijk een verhaal vertellen vanuit een NU-situatie. Is zo Harry Potter niet ontstaan? Voor haar zal het belangrijk zijn om het onderscheid te leren maken tussen fantasie en realiteit: wanneer mag ze wegdromen en wanneer is het belangrijk om in het NU te blijven en haar focus aan te scherpen. Misschien zit er wel een verpleegster tussen die perfect aanvoelt waar de noden zijn en kan inspelen op de situatie. Ook voor haar zal het belangrijk zijn om een onderscheid te maken tussen zichzelf en de andere. Zij zal moeten leren om zichzelf te controleren en haar focus aan te scherpen om vanuit het NU de opdracht gericht uit te voeren.
Het houden van onze focus maakt dat we heel gericht werken naar ons einddoel. De laatste weken werkten we hier al spelend aan: de bal rollen naar een ander voorwerp, onze pony laten slalommen tussen kegels, tussen de kegels over de balken stappen, de bal in ring werpen …. Studenten moesten focus houden om te studeren. Hierbij werd de 50-10 regel toegepast ( 50 minuten studeren – 10 minuten pauze). Tijdens de pauze werd terug aan focus gewerkt: gericht uitvoeren van klusjes. Zo werd de overgang van de pauze naar het studiemoment niet te groot.
Andere kinderen werkten rond zelfsturing. Voor hen was het belangrijk om zelfstandig taken uit te voeren en inderdaad het risico te durven lopen dat het misschien wel eens fout zou kunnen zijn. Eerst en vooral moest er de WIL zijn om te handelen. Wanneer de wil er niet is, kan er weinig veranderd worden. Soms moet deze opgegraven worden, soms heeft deze een extra motivering nodig, soms is een klein duwtje genoeg en zie je deze prachtige drijfveer terug naar boven komen. Wanneer de ‘WIL’ ver te zoeken is, treedt er angst op: deze kinderen hebben het gevoel gestuurd te worden, dus alles kan hen overkomen. Eens de link gelegd wordt met de eigen kracht, zie je hen zo veranderen en stelselmatig groeit de wilskracht tot een krachtig gegeven.
Een ander belangrijk aspect van zelfsturing is bijsturing: wanneer iets fout loopt dat je ook kan bijsturen. Dit betekent dat je ook dan aan zelfcontrole moet doen: jezelf controleren of je het goed doet. En dan beland je bij de zelfevaluatie: weten of je iets goed doet of fout. Niet zo simpel als je met een kind te maken hebt die haar lat zo hoog legt dat het onmogelijk is om hieraan te voldoen. Dus uit zelfbehoud verkiest ze dus de camouflage techniek: wat niet gezien wordt, moet niet beoordeeld worden. Zij doen geen controle meer en vinden alles goed. Zij zijn dan ook danig ontgoocheld als het resultaat er niet is. Aangezien ze er weinig voor gedaan hebben ( lees=niks), kunnen ze er toch nog ergens mee leven.
Zelfsturing is een moeilijk item bij kinderen met rilatine. Zij moeten dit stukje in eerste plaats terug leren. Door te starten met controle ( zowel ‘mindcontrole’ als lichaamscontrole), en te werken naar focus en concentratie, creëer je een basis waarop je kan werken naar zelfsturing. Het is alsof het ‘pilletje’ een toverstafje is: deze lost het allemaal op. De eigen functies vallen weg. In dit geval is het dan ook ontzettend belangrijk dat het kind ook leert zichzelf onder controle te houden en zijn focus aan te scherpen. Voor anderen was balans en rust houden belangrijk, of taakspanning, of rekening houden met … m.a.w. we hebben vele invalshoeken ingeoefend. We hebben hard gewerkt. En zij ( de kinderen) hebben het gedaan. Zij zijn op dat jaartje geëvolueerd naar kinderen waarvan ‘hun wortels’ stevig zitten.
We hebben nu twee maand vakantie. Tijdens de kampen komen deze onderwerpen nog meer aan bod en trainen we een hele week met onze pony’s, paarden om deze vaardigheden onder de knie te hebben. De kampen zijn heel intensieve trainingsperiodes waar elkeen sterker en steviger zijn weg nadien verder kan inzetten.
Onze kampen staan in het thema van ‘het klavertje vier’. Het klavertje vier symboliseert ‘geluk’. Wij gaan een hele week lang ons geluk zelf nastreven. Al onze talenten, al onze mogelijkheden gaan we ontdekken en verstevigen.
Ik kijk er al naar uit.